Podium/Catering/Bars op het Kaatsspelplein, de 4Sprong en in de kapeltuin

Alleen al voor de specialiteit van de warme gestreken mastellen op het Kaatsspelpleintje kijken we elk jaar uit naar de Patersholfeesten. Mastellen – de ronde kaneelbroodjes met een kuiltje in het midden – behoren tot de oudste Vlaamse gebakjes en zijn ook in het Patershol al sinds mensenheugenis heel populair als zondags ontbijt. Wie patisserie te duur vond, kon de mastel voor het vieruurtje creatief bijwerken met boter en bruine suiker en even tussen boterpapier platstrijken: zo toverde je de mastel om tot een heerlijk warme lekkernij die een slagroomtaartje kon overtreffen. Hoe kwamen de gestreken mastellen op de Patersholfeesten terecht? Na de wegenwerken in 1988 waren de bewoners zo opgetogen dat de ellende van modder en het gebulder van zware werktuigen achter de rug was dat men dat moest vieren. Het bestuur van de dekenij organiseerde een mosseldiner in het toenmalig restaurant De Camelia in de Zeugsteeg. Een achttal vrouwen, die zich de Patersholsisters noemden, reikten bij die gelegenheid aan de deken en de dekenin een medaille van de ‘Orde van de gummibotten’ uit, dit voor hun adequate tussenkomst bij de aannemer van de werken. Tijdens het diner opperden de sisters het idee om tijdens de volgende Patersholfeesten een vrouwelijke bijdrage te leveren aan de sociale werking van de dekenij. De huidige dekenin Trees Coene stelde voor om het oude recept van haar grootmoeder van onder het stof te halen en gestreken mastellen aan te bieden. Toen de minikraam met ‘gestreken mastella’s’ opende, was het een instant succes. Kinderen waren er verzot op, en ouderen voelden zich even teruggekatapulteerd naar hun jeugdjaren. De Patersholsisters leverden met de mastellen een overtuigend bewijs van daadkracht en forceerden zo de definitieve toegang van vrouwen tot het dekenijbestuur.